In deze blog vertel ik je alles over het Nederlandse schoolsysteem. Mijn dochter Cato is bijna zes en zij is begonnen in groep drie van de basisschool. Vandaag wil ik je alles vertellen over hoe het schoolsysteem in Nederland werkt. Aan het einde van de aflevering vertel ik je ook over mijn persoonlijke schoolcarrière. Voor ik het vergeet, in november starten nieuwe groepen van mijn conversatiecursus Dutch Boost voor A2 en B1 niveau. En ik start een gloednieuwe (brand new) cursus: Dutch for Moms. Heb jij kinderen die naar een Nederlandse basisschool gaan en wil je graag meer interactie met de andere ouders, met de juf op school? Wil je helpen bij schoolactiviteiten en kunnen spreken met de vriendjes en vriendinnetjes van jouw kind, doe dan mee met Dutch for Moms. Papa’s zijn ook welkom. Je luistert deze podcast hier.
Het Nederlandse onderwijssysteem. Het onderwijs. We starten school in Nederland vanaf 4 jaar. Als een kind 4 jaar wordt, dan mag hij of zij naar school. Ik zeg mag, want je MOET nog niet naar school. Je moet naar school vanaf 5 jaar. Vanaf 5 jaar ben je leerplichtig (de plicht = the obligation). Maar de meeste kinderen, bijna alle kinderen in Nederland, gaan naar school als ze 4 zijn. Voordat je naar school gaat, of voordat je vier bent, kan je naar het kinderdagverblijf. Het kinderdagverblijf is voor baby’s vanaf drie maanden, of tien weken misschien zelfs, tot vier jaar. Moeders hebben verlof voor drie maanden plus nu een aantal extra weken, maar voor mij met mijn baby’s was dat drie maanden en daarna moet je weer gaan werken. Dus het kinderdagverblijf is voor baby’s vanaf drie maanden. Als je dus vier bent ga je naar de basisschool. De basisschool of het basisonderwijs. Op deze school zit je… (We zitten op school.) Op deze school zit je van 4 tot ongeveer 12 jaar. Je zit, als alles ‘normaal’ (tussen aanhalingstekens) quote on quote, gaat, dan zit je acht jaar op deze school. We noemen de groepen of de jaren op die school groep 1, groep 2, groep 3, groep 4, groep 5, groep 6, groep 7 en het laatste jaar is groep 8. Dus je zit in groep 1 als je 4 bent. En in groep 8 als je ongeveer 11 of 12 jaar bent.
De mensen die lesgeven op school heten leerkrachten. Learning power, Leer-kracht. Dat is mooi, hè? Leerkrachten is een term voor alle mannen en vrouwen die lesgeven. We zeggen ook juf of meester. En juf is dan een vrouw en de meester is een man. Meestal zeggen we de voornaam, dus dan is het juf Claudine of meester Jan. Dat is de basisschool.
Aan het einde van de basisschool, meestal in groep 7, is de grote CITO-toets. C-I-T-O, CITO-toets. En CITO is een organisatie die de toetsing doet. Maar je maakt die toets in groep 7 en dan kijken ze wat ongeveer je niveau is. Dit is je advies. Samen met een advies van de juf of meester wordt dat je uiteindelijke advies voor de volgende school. De volgende school is de middelbare school. De middelbare school. Of het voortgezet onderwijs. De mensen die daar lesgeven noemen we docenten of leraren. En meestal zeggen we daar geen voornaam maar de achternaam. Dus meneer De Jong of mevrouw Schuurmans. We hebben voor de middelbare school drie niveaus. VMBO, HAVO of VWO. Vmbo, havo of vwo. En dan nog gymnasium, maar dat is een soort vwo+. Maar laat ik beginnen bij het VMBO. Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs.
Het VMBO focust zich vooral op praktische vakken. Dus meer de praktijk dan de theorie. Deze school, dit niveau duurt vier jaar. Dus je zit dan vier jaar op school. En hier zeggen we niet meer groep, zoals op de basisschool, maar hier zeggen we klas. Ik zit in de eerste klas of in de tweede klas. En vaak zeggen we het ook zonder klas. Mijn zoon zit in de derde. Of mijn dochter zit in de vierde. Punt. Ja? Dus dat is VMBO. Dan heb je als tweede optie HAVO. En HAVO duurt vijf jaar. HAVO is iets meer een mix tussen theorie en praktijk. En die duurt dus vijf jaar, het hoger algemeen voortgezet onderwijs.
En dan is er nog het VWO, het voorbereidend wetenschappelijk, (scientific) onderwijs. Dat duurt zes jaar. Dus als je VMBO doet, ben je klaar rond je zestiende. Als je HAVO doet rond je zeventiende en als je VWO doet rond je achttiende. Dan is er ook nog gymnasium en dat is VWO plus Latijn en Grieks. Tenminste, dat was zo in mijn tijd. Maar dat is dus een soort VWO+. Die duurt ook zes jaar. Voor deze basisschool en middelbare school hebben we in Nederland ook het Speciaal Onderwijs. Het Speciaal Onderwijs is voor kinderen die niet naar het regulier onderwijs kunnen door bijvoorbeeld een handicap of een andere beperking (‘limitation’) waardoor ze niet kunnen meedoen in het dagelijkse ritme van de reguliere scholen. Dus dat is het speciaal onderwijs. Na de middelbare school kan je een vervolgopleiding doen. Je bent in Nederland leerplichtig tot 16 jaar. Tot 16 jaar ben je leerplichtig. Dat betekent dat je naar school moet gaan. Na je zestiende tot je achttiende moet je wel een diploma hebben van een middelbare school. Dus vanaf 18 jaar ben je vrij om te doen wat je wil, maar tot 18 jaar moet je minimaal een diploma hebben gehaald of dus nog steeds naar school gaan.
Na deze middelbare school kan je dus naar een vervolgopleiding En die kan je vrij kiezen. Je kan je school trouwens ook vrij kiezen, je middelbare school. Alleen is er op niet alle scholen genoeg plek voor leerlingen. Bijvoorbeeld in Amsterdam moet je vaak heel veel keuzes maken, heel veel scholen kiezen en dan is er een soort loting, een lottery, voor welke school jij krijgt of naar welke school je mag gaan. Met de universiteiten of de hogescholen is dat anders. Vaak kan je je gewoon aanmelden en dan kan je naar die opleiding gaan, naar die studie gaan. Je hebt dan ook weer de keuze uit drie opties. Het mbo, het hbo en de universiteit. Het mbo sluit aan op het vmbo van de middelbare school, weet je nog? En de mbo opleiding is heel praktisch gericht. Dus denk aan kappers (hairdressers), schoonheidsspecialistes (beauticians), elektriciëns, monteurs, houtbewerking (wood work). Dit soort hele praktische vakken waarbij je vaak met je handen werkt, die leer je op het VMBO. Die opleiding duurt vier jaar. Vanuit de HAVO kan je naar het HBO, hoger beroepsonderwijs.
HBO zijn opleidingen zoals communicatie of management of veel docentenopleidingen zijn ook HBO niveau. Dus een combinatie van praktisch en theorie leren. Dan hebben we de universiteit. Oh ja, sorry, de hbo duurt ook vaak vier jaar. En dan hebben we de universiteit en daar hebben we een bachelor-master structuur. Bachelors duren vaak drie jaar en masters soms twee jaar. Op de universiteit kan je studies doen als filosofie, rechten (law), geneeskunde (medicin), dat soort opleidingen. Sommige opleidingen hebben ook een loting, zoals geneeskunde, waar je een dokter wordt. En bij sommige kan je je gewoon aanmelden. Er is altijd een mogelijkheid om door te stromen, noemen we dat doorstromen naar, een ander niveau. Dus je kan vanuit het vmbo op de middelbare school doorstromen naar de havo en zelfs naar het vwo. Je moet dan steeds nog een jaar doen. Dus als je goede cijfers hebt, als je goede examenresultaten hebt, dan kan je verder in een volgend niveau.
Nou zal ik je ook nog iets vertellen over mijn persoonlijke schoolproces. Ik ben in Diemen, waar ik ben geboren, naar school gegaan, naar de basisschool. Daarna ging ik naar een middelbare school in Amsterdam, het Sint-Nicolaas Lyceum. De school bestaat nog steeds in Amsterdam-Zuid. Ik kreeg het advies HAVO-VWO. Dus ik was een twijfelgeval, noemen ze dat. Niet per se VWO, misschien ook niet HAVO. Dus ik kon op het Sint-Nicolaas Lyceum naar een HAVO-VWO brugklas. En de brugklas is de eerste klas van de middelbare school. Dus ik zat in een brugklas met HAVO-VWO. En aan het einde van de brugklas kon ik door naar het VWO in de tweede. Ik vond de CITO-toets op de basisschool best wel spannend. En wat ik hoor van vriendinnen met oudere kinderen is dat het nog steeds. Het is een toetsmoment vroeg in je ‘carrière’. Je bent 10 jaar. En ja, het geeft best wel druk. Dus ik ben niet per se fan van dit systeem, maar het is een beetje wat het is, helaas. Dus ik zat in de tweede en van de tweede tot en met de zesde heb ik het vwo gedaan op die school in Amsterdam. Ik vond dat prima, Ik had niet per se een superleuke tijd op school, maar ook niet een hele vervelende tijd. Ik vond het gewoon oké. Na het behalen van mijn eindexamen, ik was geslaagd voor mijn eindexamen, wist ik niet wat ik wilde studeren. Ik wilde eigenlijk dansen of danser worden, maar ik had auditie gedaan en ik was net niet goed genoeg, dus dat is niet gelukt helaas. Toen besloot ik om een jaar vrij te nemen. Dat noem je in het Engels een gap year en in het Nederlands een tussenjaar. Ik nam een tussenjaar. Ik ben gaan werken bij een bakkerij en ik heb geld gespaard… En ik had al geld gespaard om naar Nieuw-Zeeland te gaan. Ik wilde supergraag naar Nieuw-Zeeland en dat is gelukt. Ik heb toen acht maanden gereisd en dat was echt magisch, maar ik hoopte voordat ik wegging dat ik als ik terug zou komen wel zou weten wat ik wilde studeren. Maar dat was niet gelukt. Nee, ik kwam terug en ik wist nog steeds niet wat ik wilde studeren.
Toen heb ik nog een tussenjaar genomen en heb ik een soort… Ja, hoe noem je dat? Een soort keuze-programma gevolgd waar je allerlei verschillende studies mocht bekijken. En toen vond ik European Studies in Den Haag. Europese studies, maar het was de internationale variant. Het was in Den Haag. Ik woonde toen nog bij mijn ouders in Diemen. Dus ik dacht, yes, ik kan naar Den Haag verhuizen. Ik ga daar studeren. Dat was superleuk! Het was echt een hele leuke studie. Vooral omdat er internationale studenten ook waren.
En er waren heel veel reizen. En ik hield van reizen natuurlijk. Dus die studie heb ik met veel plezier gedaan en daar door die studie heb ik ook een half jaar in Japan gewoond, want ik moest een uitwisseling doen met een ander land. Dat werd Japan. Daar heb ik international studies gedaan in Hirakata City. En ja, dat was fantastisch. Na deze hbo-opleiding ben ik begonnen aan de Master International Relations. En dat heb ik één jaar gedaan, de master duurde twee jaar. Maar aan het einde van het eerste jaar wilde ik niet meer, want het was veel te theoretisch. Met Politieke denkers en politieke filosofieën en jaartallen – allemaal heel abstract voor mij. Veel te abstract voor mijn brein. Ik heb praktische dingen nodig en dingen die ‘leven’. Dus na dat eerste jaar ben ik gestopt met die master. Ik heb een pre-bachelor diploma gehaald en dat was dat. En toen dacht ik, ik wil iets praktisch doen. Ik hou van Nederlands. Ik ga de opleiding docent Nederlands doen. Een hbo-opleiding. Veel praktischer, veel leuker. Dus toen heb ik nog drie jaar gestudeerd. Ik was 26 toen ik afstudeerde. Ik studeerde af op mijn 26e. En nu ben ik hier, ondernemer en docent Nederlands, voor jou aan het vertellen wat mijn schoolproces is geweest.
Sta je al op mijn nieuwsbrieflijst? Nee? Meld je dan nu aan, dan heb je mij één keer per week in je inbox met tips, tricks en dus aankondigingen van bijvoorbeeld een nieuwe podcast.